|
Als kind kwam ik vaak op de boerderij (hof/hoeve) van mijn opa en oma in Zeeuws-Vlaanderen. Op de hof waren gebouwen met daarin varkens, koeien, kippen, paarden, granen, bonen, aardappelen en bieten. En er was een grote groentetuin en een boerenboomgaard. In 1933 ging mijn opa naar Amsterdam een broer bezoeken die daar notaris was. In de treincoupé zaten twee heren over fruitteelt te praten en dat was erg perspectiefvol. Thuis werd dit verhaal gedeeld met mijn vader en in 1934 werd een deel van de boerderij met fruit ingeplant. In 1940 zette mijn vader dit bedrijf voort. In 1952 is hij een nieuw fruitteeltbedrijf begonnen in Marknesse. In mijn jeugd was de boerenboomgaard een plek vol hoogstammen waar appels, stoofperen, handperen, morellen kersen en pruimen geteeld werden. Om het 13 kinderen tellende gezin, hulpen en medewerkers van proviand te voorzien, was er veel nodig. De boerderij was eigenlijk een industrieterrein. Er werd vee gehouden voor eigen vleesgebruik, graan geteeld voor de broodbakkerij, melk verwerkt tot kaas en boter. En groenten, pruimen, peren en appels geteeld en verwerkt voor de conservenfabriek. In 1968 ben ik zelf begonnen op een fruitteeltbedrijf in Dronten. In 2005 hebben mijn twee oudste zonen mijn bedrijven overgenomen. Zij zijn erg bezet met de groei van deze bedrijven. En in 2010 is er 5 hectare met stoofperen geplant. Daarom hebben een studiegenoot van mijn zonen, Robin, en ik dit opgepakt om deze stoofperen voor u te verwerken. De stoofperen uit de boerenboomgaard (brakers genoemd) werden geschild, gestoofd en gewekt. Oma’s ingrediënten waren suiker, bessensap (zelf gemaakt en gefilterd met doeken) en kaneel. Wij hebben Oma’s recept nagebootst met de kennis en voorwaarden van nu en laat u verrassen door het resultaat! Theo en Robin |